Informatieverschaffingsverordening BPF Schilders

Laatst aangepast: 17 augustus 2023

1. Algemeen

BPF Schilders streeft ernaar om bij te dragen aan een duurzame samenleving. Via ons beleggingsbeleid streven we naar een prettige leefomgeving. Dit doen we door verantwoord te beleggen. Verantwoord beleggen zien wij als: bewust rekening houden met milieu-, sociale en corporate governance factoren (ESG) bij alle beleggingsactiviteiten.

Bij duurzaam en verantwoord beleggen is BPF Schilders gebonden aan nationale en internationale wet- en regelgeving. Op 10 maart 2021 is een Europese Verordening in werking getreden die BPF Schilders verplicht om informatie te geven aan nieuwe deelnemers over duurzaamheid: de zogenoemde informatieverschaffingsverordening; dat is dit document.

Daarnaast is per 1 januari 2022 de Taxonomieverordening (gedeeltelijk) van toepassing. De Taxonomieverordening regelt het classificatiesysteem van duurzame activiteiten. Oftewel een systeem dat duurzame activiteiten indeelt in klassen. In die verordening staan criteria over wat wel en niet duurzaam is. De informatieverschaffingsverordening en de Taxonomieverordening zijn dan ook met elkaar verweven:

  • de Taxonomieverordening geeft invulling aan het begrip duurzaamheid en
  • de Informatieverschaffingsverordening verplicht financiële marktdeelnemers zoals BPF Schilders, te communiceren over duurzaamheid bij beleggingen.

Deze Europese regelgeving verplicht niet om duurzaam te beleggen, maar alleen om te communiceren over de duurzame kant van beleggen.

Onder duurzame beleggingen vallen volgens de SFDR-wetgeving beleggingen die positief bijdragen aan het milieu of klimaat. De betreffende belegging is echter alleen duurzaam als deze geen ‘ernstige afbreuk’ doet aan (andere) milieu, klimaat of sociale onderwerpen. Met ‘ernstige afbreuk’ wordt bedoeld dat het bedrijf forse schade doet aan mens of milieu.

Het vereiste dat een onderneming ‘geen ernstige afbreuk doen’ is alleen van toepassing op de duurzame beleggingen. Op de andere beleggingen is dit vereiste niet van toepassing.

 

Verantwoord beleggen doet BPF Schilders op vier manieren.

  1. We nemen duurzaamheid mee in onze beleggingsbeslissingen
    BPF Schilders vraagt de partijen die voor ons beleggen om duurzaamheidsrisico’s én kansen bewust mee te nemen in alle beleggingsprocessen. Dit noemen we ESG-integratie.
  2. We treden op als actief aandeelhouder
    BPF Schilders gebruikt haar invloed als aandeelhouder om de kwaliteit, duurzaamheid en continuïteit van ondernemingen en markten te verbeteren. Dit betekent dat wij stemmen op aandeelhoudersvergaderingen en dat we met ondernemingen en marktpartijen in dialoog gaan over gewenste veranderingen.
  3. We sluiten beleggingen uit
    Bedrijven en organisaties die niet voldoen aan de minimale duurzaamheidseisen die BPF Schilders stelt, zullen dat gedrag moeten veranderen. Wanneer ondernemingen geen verandering laten zien, kan BPF Schilders ervoor kiezen niet meer in deze ondernemingen te beleggen. Dit noemen wij 'Uitsluiten'.
  4. We zoeken naar beleggingen waarmee we bijdragen aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken
    Binnen de randvoorwaarde van een goed rendement, geeft BPF Schilders de voorkeur aan beleggingen die op de lange termijn een duurzame samenleving bevorderen.

In onderstaande paragrafen leggen we verder uit hoe wij dit doen.

Goed om te weten: BPF Schilders bepaalt de beleggingsstrategie en de beleggingsrichtlijnen maar belegt het pensioenvermogen niet zelf. Dat laten we doen door externe vermogensbeheerders. Zij beleggen het pensioenvermogen dus voor ons. op basis van onze richtlijnen. De werkwijze die wij hieronder beschrijven, passen wij niet direct zelf toe. Wij vragen onze externe vermogensbeheerders om dit voor ons te doen.

2. Het beleid van BPF Schilders voor de integratie van duurzaamheidsrisico’s

(art. 3 SFDR)

Rekening houden met duurzaamheidsrisico’s

Allereerst wordt bij het beleggen rekening gehouden met duurzaamheidsrisico’s. Dat zijn gebeurtenissen en omstandigheden op ecologisch (milieu), sociaal of governance gebied, die een duidelijk negatief effect kunnen hebben op de waarde van een belegging. Denk bijvoorbeeld aan klimaatverandering, verschil van mening over mensenrechten of een tekort aan grondstoffen. Door deze gebeurtenissen kan de waarde van beleggingen dalen.

We leggen dit uit met een voorbeeld. Stel dat de overheid een CO2-belasting zou invoeren. Bedrijven zouden dan extra belasting moeten gaan betalen als zij veel CO2-uitstoot veroorzaken. Dat kan betekenen dat deze bedrijven minder winst maken. Als het pensioenvermogen van BPF Schilders in deze bedrijven is belegd, zou dat vervolgens kunnen betekenen dat deze beleggingen minder waard worden.

Kortom: als er geen rekening wordt gehouden met duurzaamheidrisico’s, kan dat negatieve gevolgen hebben voor de waarde van onze beleggingen. Die gevolgen kunnen er vooral zijn op de langere termijn. BPF Schilders vraagt de partijen die voor ons beleggen daarom om duurzaamheidsrisico’s bewust mee te nemen bij het beleggen. Dit noemen we ESG-integratie. BPF Schilders kiest het liefst voor vermogensbeheerders die -net als wij- de UN Principles for Responsible Investment hebben ondertekend.

BPF Schilders gelooft dat het meenemen van duurzaamheidsrisco’s de risico’s op daling van het pensioenvermogen verlaagt.

Proces 

De wijze waarop de verschillende beleggingsteams van onze vermogensbeheerders rekening houden met ESG-risico’s, staat per beleggingsteam uitgewerkt in hun ESG-Richtlijn (ESG-guideline). 

In het algemeen geldt de volgende werkwijze. Om duurzaamheidsrisico’s mee te kunnen wegen, doen onze vermogensbeheerders eerst onderzoek naar de duurzaamheidsrisico’s van beleggingen. Dat noemen we ESG-due diligence.

Voordat onze vermogensbeheerders een belegging verrichten, wordt eerst uitgezocht welke duurzaamheidsrisico’s mogelijk een rol kunnen spelen bij de belegging. Om dit goed uit te kunnen zoeken, wordt meestal de SASB-methodologie (Sustainability Accounting Standards Board) gebruikt. Dat is een hulpmiddel bij het onderzoek naar duurzaamheidsrisico’s. De SASB-methodologie geeft per sector aan welke duurzaamheidsrisico’s mogelijk relevant zijn.

Ook verkrijgen we van verschillende bedrijven informatie (bijvoorbeeld van dataleveranciers zoals Sustainalytics en MSCI). Met die informatie kunnen onze vermogensbeheerders de duurzaamheidsrisico’s nog beter opmerken en inschatten.

Als uit het eerste onderzoek blijkt dat er mogelijk sprake is van duidelijke duurzaamheidsrisico’s, wordt daar nog verder onderzoek naar gedaan.

Het onderzoek naar duurzaamheidsrisico’s wordt normaal gesproken gedaan door het team dat ook daadwerkelijk de beleggingen binnen een bepaalde beleggingscategorie uitvoert. Hierbij worden zij ondersteund door een apart team dat specialistische kennis heeft van Verantwoord Beleggen.

3. Hoe gaat BPF Schilders om met ongunstige effecten op duurzaamheid van beleggingen?

(Art. 4 SFDR)                                                                                  

BPF Schilders wil graag bijdragen aan een goede leefomgeving. Voor de deelnemers is namelijk niet alleen een goede financiële toekomst van belang, maar ook een goede leefomgeving. Helaas kunnen beleggingen soms een negatieve invloed hebben op mens en milieu (bijvoorbeeld doordat de belegging bijdraagt aan CO2-uitstoot of ontbossing). Zulke negatieve gevolgen wil BPF Schilders zoveel mogelijk voorkomen en beperken. We willen daarom rekening houden met de belangrijkste negatieve effecten van onze beleggingen op duurzaamheidsfactoren. Onder duurzaamheidsfactoren verstaan wij factoren als het milieu, sociale en werkgelegenheidszaken, mensenrechten, en bestrijding van corruptie en van omkoping.

Hiervoor heeft BPF Schilders een beleid voor ‘Maatschappelijk Verantwoord Beleggen ontwikkeld. Hieronder leggen we een aantal belangrijke punten van dit beleid uit.

  1. Onderzoek naar beleggingen (Due diligence)

Allereerst wordt onderzoek (due diligence) gedaan naar (mogelijke) beleggingen, zodat eventuele negatieve effecten van een belegging op de duurzaamheid worden herkend. Dit wordt gedaan aan de hand van de OESO-standaarden (verwerkt in het IMVB-convenant) en de principes van de UN Global Compact. Hierbij wordt gekeken naar:

  • De waarschijnlijkheid en ernst van de negatieve impact;
  • De omvang van de onderneming in de portefeuille;
  • De mate waarin de onderneming een bijdrage levert aan onze aandachtsgebieden en onze doelstellingen voor een ‘duurzame wereld’.

Hierbij wordt data van meerdere bronnen gebruikt: niet-gouvernementele organisaties[1] (NGO’s), gespecialiseerde dataleveranciers, media en de ondernemingen zelf. De partijen die voor ons beleggen doen bovendien aanvullend onderzoek.

Voor de beoordeling van de ernst van de negatieve impact van ondernemingen op mens en milieu is door onze vermogensbeheerders een screeningsmethode ontwikkeld. Deze is gebaseerd op de OESO-richtlijnen voor institutionele beleggers. Ondernemingen krijgen hierbij een score op basis van incidenten binnen de eigen productielocaties en incidenten in de toeleveringsketen. Deze screening wordt toegepast op nagenoeg de gehele portefeuille.

  1. Maatregelen om negatieve effecten te beperken

Aangezien voor BPF Schilders in veel verschillende beleggingscategorieën wordt belegd, kunnen de beleggingen allerlei verschillende negatieve effecten op duurzaamheidsfactoren hebben. Denk aan klimaatverandering, schending van arbeidsrechten, of waterschaarste. Wanneer negatieve duurzaamheidseffecten van een belegging worden opgemerkt, kunnen onze vermogensbeheerders verschillende maatregelen nemen. Zo kunnen zij bepaalde beleggingen uitsluiten. Dan beleggen ze niet meer in deze beleggingen. Daarnaast kunnen ze proberen om de situatie te veranderen, door een bedrijf te overtuigen om te verduurzamen.

In de volgende paragrafen volgt een verdere omschrijving van deze maatregelen. Een overzicht van de maatregelen die in het afgelopen jaar zijn genomen vindt u hier.

Uitsluiten

BPF Schilders stelt minimum eisen (ondergrens) aan beleggingen. We willen niet beleggen in beleggingen die niet aan deze ondergrens voldoen. Zulke beleggingen passen namelijk niet bij onze visie op ‘Verantwoord Beleggen’. Onze vermogensbeheerders passen deze ondergrens toe door bijvoorbeeld uitsluitingen.

Het kan zijn dat we een bedrijf uitsluiten omdat de onderneming producten maakt waar we niet in willen beleggen. BPF Schilders wil bijvoorbeeld niet beleggen in ondernemingen die direct betrokken zijn bij de productie van of handel in controversiële wapens. En ook niet in tabaksbedrijven.

Verder beleggen we niet in staatsobligaties van landen waarvoor sancties gelden die door de VN Veiligheidsraad of de Europese Unie zijn opgelegd. Dit kunnen zowel economische en handelssancties zijn, als meer specifieke maatregelen, zoals een wapenembargo. De reden kan zijn dat een land een bedreiging vormt voor vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio, mensenrechten schendt of controversiële wapens inzet. BPF Schilders stelt ook minimale eisen aan het niveau van de mensenrechten alvorens in de staatobligaties van het betreffende land te beleggen.

Het kan ook zo zijn dat BPF Schilders niet wil beleggen in een bedrijf omdat het bedrijf gedrag vertoont dat wij niet willen ondersteunen. Wanneer bedrijven in strijd handelen met de tien Global Compact principes van de VN, kijken we of de situatie door middel van gesprekken met het bedrijf verbeterd kan worden. Is dit niet het geval (of laat een bedrijf na gesprekken geen verbetering zien), dan willen we niet in dit bedrijf beleggen. Een andere reden is de CO2-reductie binnen aandelen die we willen bereiken, die zowel gericht is op het verminderen van risico’s in de portefeuille als op het tegengaan van klimaatverandering. In de strategie worden de meest vervuilende bedrijven in drie specifieke sectoren niet opgenomen in de benchmark. Niet omdat  BPF Schilders per se niet in deze sectoren wil beleggen, maar wél omdat ze relatief veel CO2 uitstoten. Verbeteren de bedrijven op dit gebied hun prestaties, dan worden ze weer opgenomen als mogelijke belegging.

Betrokken aandeelhouderschap

BPF Schilders stelt zich op als betrokken belegger. Wij proberen het bestuur en het voortbestaan van ondernemingen te verbeteren en financiële markten duurzamer te maken. Zo draagt BPF Schilders bij aan zowel het realiseren van een goed pensioen als aan een meer duurzame wereld.

Er zijn meerdere manieren waarop BPF Schilders  bedrijven probeert te beïnvloeden. In de volgende paragrafen lichten we deze manieren toe.

Stemmen
BPF Schilders vraagt aan onze vermogensbeheerders om namens ons te stemmen op aandeelhoudersvergaderingen, en om ons hierover te informeren. We publiceren ons stembeleid en de wijze waarop gestemd is elk kwartaal op onze eigen website.

Gesprekken met bedrijven

BPF Schilders vraagt onze vermogensbeheerders ook om -waar nodig- het gesprek met bedrijven aan te gaan. In sommige gevallen gebeurt dat proactief. Dan gaan onze vermogensbeheerders met bedrijven in gesprek over een belangrijk duurzaamheidsthema, zonder dat daar een specifieke aanleiding voor is. Soms voeren onze vermogensbeheerders ook reactief het gesprek. Reactief wil zeggen dat zij onze beleggers het gesprek aangaan omdat er een specifieke gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat een bedrijf in het nieuws komt omdat het betrokken is bij milieuvervuiling of mensenrechtenschending.

Rechtszaken

Soms worden er ook rechtszaken gevoerd om een verbetering voor elkaar te krijgen of om schade vergoed te krijgen bij bedrijven waarin BPF Schilders belegt. Rechtszaken kosten veel tijd en geld. Daarom beginnen we hier alleen aan als we kunnen samenwerken met andere beleggers. Ook doet BPF Schilders alleen mee aan rechtszaken als we kunnen afspreken dat wij alleen kosten hoeven te betalen als de rechtszaak succesvol is (“no cure, no pay”). Als we een groot financieel belang hebben bij een rechtszaak, kunnen we ervoor kiezen ons in de procedure actief op te stellen. Vaker sluit BPF Schilders zich aan bij een gezamenlijke rechtszaak met andere beleggers, waarin we onze belangen laten meenemen.

Samenwerking en internationale normen

Om onze inspanningen op het gebied van duurzaamheid zo efficiënt en effectief mogelijk te maken, heeft BPF Schilders zich - rechtstreeks of via de externe vermogensbeheerders - aangesloten bij verschillende (internationale) gedragscodes en bekende normen, zoals United Nations Principles for Responsible Investment (UNPRI), Eumedion, het klimaatakkoord of Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Beleggen-convenant (IMVB).

Meer informatie

Meer informatie over de wijze waarop wij omgaan met de effecten van onze beleggingen op duurzaamheidsfactoren kunt u hier lezen.

[1]  NGO is een organisatie die onafhankelijk is van de overheid en zich op een of andere manier richt op een maatschappelijk belang.

4. Hoe houdt BPF Schilders rekening met duurzaamheidsrisico’s in ons beloningsbeleid?

(art. 5 SFDR)

BPF Schilders vindt dat het beloningsbeleid zorgvuldig, transparant, beheerst en duurzaam moet zijn en moet passen bij onze missie, visie en strategie.

De vergoedingen voor de bestuursleden, Raad van Toezicht, het Verantwoordingsorgaan en de externe leden van de Commissie Vermogensbeheer van BPF Schilders zijn vastgelegd in de vacatieregeling van BPF Schilders. In het geval van bepaalde speciale functies die door externen worden uitgevoerd (bijvoorbeeld de actuaris of accountant) is de vergoeding vastgelegd in contractuele afspraken.

De vacatievergoedingen die worden verstrekt zijn uitsluitend gebaseerd op de tijd die aan het werk voor BPF Schilders is besteed. Het gaat dan om de tijd die is besteed aan (de voorbereiding van) vergaderingen, opleidingen en bijeenkomsten, de reistijd die hiervoor nodig was en de tijd die is besteed aan het uitwerken van een onderwerp in opdracht van het bestuur of een commissie. Grotendeels zijn de onderliggende vergoedingen gestandaardiseerd, bijvoorbeeld voorbereiding en deelname aan een bestuursvergadering kent een standaard tijdsbesteding en vergoeding. Sommige werkzaamheden worden op basis van werkelijke tijdsbesteding vergoed. De vacatieregeling bevat geen variabele componenten (bonussen). De regeling stimuleert medewerkers dus niet tot het nemen van onverantwoorde risico’s (inclusief duurzaamheidsrisico’s) om een bepaalde doelstelling of prestatie te behalen, en zo een bonus te ontvangen.

De leden van het Verantwoordingsorgaan ontvangen een vergoeding per dagdeel op basis van de SER (Sociaal Economische Raad)-norm. Deze vergoeding is inclusief voorbereiding en reistijd. Externe leden van een commissie ontvangen een vaste vergoeding per bijgewoonde vergadering. Ook de ingeschakelde externen ontvangen een vaste vergoeding. Omdat er dus geen bonussen worden verstrekt bij het behalen van een bepaalde doelstelling, worden medewerkers niet aangezet tot het nemen van onverantwoorde risico’s (inclusief duurzaamheidsrisico’s) om een bepaalde doelstelling of prestatie te behalen.

In het jaarverslag legt BPF Schilders  ook verantwoording af over de vacatievergoedingen die aan leden van het bestuur, verantwoordingsorgaan, Raad van Toezicht, externe leden van commissies en sleutelfunctiehouders worden betaald.

5. Hoe integreert BPF Schilders duurzaamheidsrisico's?

(art. 6 SFDR)

Onze fiduciair vermogensbeheerder, Van Lanschot Kempen, integreert - waar relevant - via de beleggingsrichtlijnen ons MVB-beleid in de fondsen en/of mandaten waarin wij beleggen. Onze fiduciair vermogensbeheerder voorziet ons van (precontractuele) informatie over de wijze waarop duurzaamheidsrisico's in de beleggingsbeslissingen worden geïntegreerd. Onze deelnemers kunnen op hoofdlijnen deze informatie terugvinden op onze website

6. Wat zijn de belangrijkste ongunstige effecten op de duurzaamheid?

(art. 7 SFDR)

BPF Schilders rapporteert over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren. Het document is hier te vinden.

7. Wat zijn de ecologische (milieu) of sociale kenmerken van onze fondsen en/of mandaten?

(art. 8 SFDR)

  • We proberen zoveel mogelijk te vermijden dat onze beleggingen een negatieve invloed hebben op duurzaamheidsfactoren; en
  • We proberen waar mogelijk te stimuleren dat onze beleggingen een positieve invloed hebben op duurzaamheidsfactoren.

BPF Schilders bevordert daarom met de pensioenregeling en het daarvoor bijeengebrachte kapitaal, een goed pensioen in een duurzamere wereld. In dit kader hebben wij het zogenaamde IMVB-convenant mede-ondertekend. Daarmee brengt BPF Schilders expliciet tot uitdrukking dat wij duurzaamheid nastreven. Het IMVB-convenant geeft richting en regels over maatschappelijk verantwoord beleggen. Ons beleid Maatschappelijk Verantwoord Beleggen past bij het IMVB-convenant.

Om daarnaast ook daadwerkelijk een positieve impact te generen, ondernemen we een aantal aanvullende acties.

  1. Het verminderen van de uitstoot van CO2

Ten eerste probeert BPF Schilders  ervoor te zorgen dat de CO2-uitstoot van onze beleggingen afneemt. Om dat te bereiken, hebben we een CO2-reductiestrategie ontwikkeld. Binnen de drie sectoren met de grootste CO2-uitstoot (Utilities, Materials en Energy) worden de 35% bedrijven met de grootste CO2-voetafdruk uit de benchmark verwijderd en worden de vrijgekomen middelen belegd in de bedrijven in dezelfde sectoren met een relatief lage uitstoot. We laten door onze vermogensbeheerder de CO2-voetafdruk in deze drie sectoren berekenen. Daarvoor gebruiken zij verschillende bronnen voor de berekening van CO2-uitstoot, zoals Trucost voor beursgenoteerde aandelen, beursgenoteerd vastgoed en obligaties, de GRESB-vragenlijsten voor privaat vastgoed en infrastructuur, of de vragenlijsten van ons private equity team aan externe managers (GPs) voor uitstoot data van portfolio ondernemingen. Per onderneming probeert BPF Schilders de zogenaamde ‘Scope 1’ en ‘Scope 2’ emissies van ondernemingen te achterhalen. Bij Scope 1 emissies gaat het om de directe CO2-uitstoot: de CO2-uitstoot die de onderneming zelf, intern, veroorzaakt (bijvoorbeeld bij haar productieactiviteiten). Bij Scope 2 emissies gaat het om indirecte CO2-uitstoot: de CO2 die wordt uitgestoten doordat een onderneming elektriciteit en warmte verbruikt (die wordt opgewekt door een andere partij, bijvoorbeeld een elektriciteitscentrale).

Ons uiteindelijke doel? De uitstoot door bedrijven in de aandelenportefeuille moet in lijn of lager zijn dan de Parijsdoelstelling. Dit meten we met de ‘Climate Transition Benchmark’, die uitgaat van 30% minder emissie in 2019 en daarna een reductie van 7% per jaar.

BPF Schilders heeft overigens  de mogelijkheden onderzocht om een CO2-reductiestrategie ook binnen bedrijfsobligaties en/of beursgenoteerd vastgoed door te voeren. Hieraan kleefden echter zo veel nadelen (zoals complexiteit, een gebrek een goede data en mindere uitlegbaarheid) dat we hier voorlopig nog vanaf zien. BPF Schilders blijft echter alert op ontwikkelingen op dit gebied.

  1. Beleggen in Oplossingen

Ten tweede wil BPF Schilders graag extra beleggen in beleggingen die bijdragen aan een duurzamere wereld. BPF Schilders rapporteert het volume aan beleggingen en percentage van de total portefeuille dat bijdraagt aan de respectievelijke Sustainable Development Goals. Waar mogelijk zal de bijdrage aan de SDG’s ook uitgedrukt worden in tastbare eenheden zoals tonnen vermeden CO2, of aantal kubieke meters aan waterbesparing.

BPF Schilders zoekt met name naar beleggingen die een oplossing bieden voor de volgende thema's:

  • Klimaatverandering
  • Mensenrechten

8. Wat zijn duurzame beleggingen?

(art. 9 SFDR)

Fondsen en/of mandaten die tot doel hebben duurzaam te zijn, worden door SFDR aangemerkt als duurzame beleggingen. Op dit moment belegt BPF Schilders (nog) niet in fondsen en/of mandaten die aangemerkt zijn als duurzame belegging in de zin van SFDR.

9. Meer informatie over de methoden die worden gebruikt?

(art. 10 SFDR)

Hierboven hebben wij bij de informatie in de zin van art. 8 SFDR de gebruikte methoden al kort benoemd.

10. Meer informatie over ons beleid en rapportages

Download hier informatie over duurzame beleggingen bijlage II (het model voor de precontractuele informatieverschaffing voor de financiële producten als bedoeld in artikel 8, leden 1, 2 en 2 bis, van Verordening (EU) 2019/2088 en artikel 6, eerste alinea, van Verordening (EU) 2020/852).