Vrijstelling schilderspensioen niet mogelijk

20 december 2016

BPF Schilders en Zelfstandigen Bouw hebben laten onderzoeken of en onder welke voorwaarden ondernemers zonder personeel vrijgesteld kunnen worden van de verplichte pensioenopbouw bij BPF Schilders. Een onafhankelijk juridisch adviseur heeft de mogelijkheid tot vrijstelling getoetst aan wet- en regelgeving en is tot de conclusie gekomen dat het voor BPF Schilders niet mogelijk is om vrijstelling te verlenen en dit zou ook niet in het belang van de ondernemer zijn.

Uit eigen onderzoek en uit onderzoek van Zelfstandigen Bouw blijkt dat een deel van de ondernemers ontevreden is met de verplichting om pensioen op te bouwen bij BPF Schilders. Om ondernemers tegemoet te komen zijn BPF Schilders en Zelfstandigen Bouw onder begeleiding van een onafhankelijk juridisch adviseur op zoek gegaan naar openingen die de wet biedt. Op 19 december heeft de adviseur de bevindingen gepresenteerd. Helaas heeft Zelfstandigen Bouw de keuze gemaakt om niet aanwezig te zijn bij deze afspraak.

Cathrin van der Werf, werkgeversvoorzitter BPF Schilders: “BPF Schilders deelt de conclusie van de onafhankelijk juridisch adviseur dat ondernemers zonder personeel volgens de wet geen mogelijkheid hebben om vrijstelling aan te vragen. De wet biedt alleen werkgevers die mogelijkheid. We hebben afgesproken dat we de wet op dat punt ruimer interpreteren. Waar we de ruimte niet hebben kunnen vinden, is op het punt van evenwichtige belangenafweging als we aan een grote groep ondernemers vrijstelling verlenen. Daarom zijn we tot de conclusie gekomen dat ondernemers niet in aanmerking komen voor vrijstelling.”

Conclusie 1: De wet biedt ruimte voor ondernemers om vrijstelling aan te vragen

Het ministerie van SZW heeft op verzoek van sociale partners besloten dat de pensioenregeling van BPF Schilders verplicht is voor iedereen die werkt in het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf. Sociale partners hebben het bestuur van BPF Schilders opdracht gegeven om dit besluit tot verplichtstelling uit te voeren. Onder bepaalde voorwaarden kan een werkgever een vrijstellingsverzoek indienen, zodat de verplichte pensioendeelneming niet langer voor de werknemers van deze werkgever geldt. Dat is wettelijk zo geregeld in het  Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf. Werknemers kunnen zelf geen vrijstelling aanvragen. Dat kan alleen de werkgever. De wet zegt niets over de positie van een ondernemer, die geen werkgever is en ook geen werknemer. In samenspraak met Zelfstandigen Bouw en na juridische toetsing heeft BPF Schilders besloten dat zij de wet op dit punt ruim kan interpreteren en ondernemers in dit kader kunnen zien als werkgever. Daardoor ontstaat voor ondernemers de wettelijke mogelijkheid om vrijstelling aan te vragen.

Conclusie 2: De wet staat verlenen van vrijstelling aan ondernemers niet toe

Het Vrijstellings- en boetebesluit Wet Bpf beschrijft een aantal specifieke redenen waaronder vrijstelling kan worden verleend. Daarnaast hebben pensioenfondsen ook de mogelijkheid om op andere dan de genoemde redenen vrijstelling te verlenen. In alle gevallen verbindt de wet daar voorwaarden aan. Alleen als aan die voorwaarden wordt voldaan, kan BPF Schilders vrijstelling verlenen. Zo moet de ondernemer elders pensioen opbouwen en moet hij aantonen dat die pensioenregeling financieel en actuarieel gelijkwaardig is aan de pensioenregeling van BPF Schilders. Een andere voorwaa de is dat BPF Schilders zich ervan moet verzekeren dat zij de wet goed uitvoeren. In de Pensioenwet is geregeld dat het bestuur bij alle besluiten moet zorgen voor een evenwichtige belangenafweging. Als BPF Schilders zich daar niet aan houdt, kan dat leiden tot een boete van maximaal 4 miljoen euro per keer dat de toezichthouder vaststelt dat BPF Schilders zich niet aan de wet houdt.

Het is dus van groot belang dat een besluit tot het verlenen van vrijstelling aan een ondernemer niet leidt tot onevenwichtigheid bij de andere deelnemers die bij BPF Schilders pensioen opbouwen, hebben opgebouwd of pensioen ontvangen. Juridische toetsing heeft aangetoond dat er sprake is van onevenwichtigheid, als aan een grote groep ondernemers vrijstelling wordt verleend. Dit komt onder meer doordat BPF Schilders hoge kosten moet maken om de handhaving van de vrijstelling te controleren. Daarnaast moeten de kosten die BPF Schilders maakt voor het pensioen- en vermogensbeheer om de pensioenregeling uit te voeren dan gedragen worden door een veel kleinere groep. Die kosten komen voor rekening van alle andere deelnemers.

Conclusie 3: Vrijstelling is niet in het belang van de ondernemer

Eventuele alternatieve pensioenvoorzieningen zijn duurder of leveren voor een gelijke premie een slechter resultaat. Het verlenen van vrijstelling aan ondernemers is daardoor niet in het belang van de ondernemer.


BPF Schilders volgt de ontwikkelingen in de politiek en in wetgeving nauwgezet.