Veelgestelde vragen pensioenoverzicht

Ieder jaar ontvangt u uw pensioenoverzicht. Meestal in de zomer, maar in ieder geval vóór 1 oktober.

We verzenden de pensioenoverzichten verspreid over een aantal weken. Dat kan de reden zijn dat uw collega het pensioenoverzicht eerder ontvangt dan u. Misschien heeft u of hebben zij het pensioenoverzicht digitaal ontvangen.

Op Infodesk vindt u uw pensioenoverzicht terug. U logt daar eenvoudig in met uw DigiD. Heeft u vóór 1 oktober nog geen pensioenoverzicht ontvangen en werkt u in de sector? Neem dan contact op met onze klantenservice.

U kunt de uitleg downloaden.

Het pensioenoverzicht laat de bedragen zien op uw pensioenleeftijd (AOW-leeftijd) per 31 december van het jaar ervoor. Infodesk is actueel en laat het pensioen zien op uw AOW-leeftijd op dit moment.

Het pensioenoverzicht is een wettelijk verplicht, voor iedereen gelijk overzicht, waarin alleen brutobedragen staan.

AOW is het Nederlandse basispensioen voor iedere inwoner in Nederland. Woont of werkt u in Nederland? Dan bent u verzekerd voor de AOW. De AOW wordt geregeld door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Hoe hoog de AOW op dit moment is. En welke AOW-leeftijd voor u geldt vindt u op de website van de SVB.

De factor A is het pensioen dat u opbouwt in een kalenderjaar. Dit noemen we ook wel pensioenaangroei. Uw pensioenaangroei laat zien hoeveel u bij pensionering meer ontvangt vergeleken met het jaar daarvoor.

Belastingaangifte? Let op de factor A

Tot 1 mei van dit jaar kunt u aangifte doen voor de inkomstenbelasting over vorig jaar. Heeft u vorig jaar lijfrentepremies betaald? Gebruik dan uw factor A van het jaar dáárvoor. Daarmee berekent u uw aftrek voor de inkomstenbelasting van vorig jaar.

Waar vind ik de factor A?

U vindt de factor A over het jaar ervoor in uw pensioenoverzicht. Op Infodesk vindt u een overzicht van uw pensioenaangroei in de afgelopen zeven jaar.

Ontvangt u meer pensioenoverzichten? 

Tel dan de factor A-bedragen op deze pensioenoverzichten bij elkaar op.

Wilt u uw pensioen aanvullen met bijvoorbeeld lijfrentes? 

Dan kunt u met de factor A uitrekenen wat uw fiscale jaarruimte is. De fiscale jaarruimte is het bedrag aan lijfrentepremie dat u maximaal kunt aftrekken van de inkomstenbelasting. 

Wilt u uw fiscale jaarruimte berekenen? 

Ga dan naar de rekenhulp lijfrente van de Belastingdienst. 

Op Infodesk ziet u uw pensioen én uw AOW. Bij de AOW wordt rekening gehouden met uw burgerlijke staat (gehuwd of ongehuwd).

Heeft u in het buitenland gewoond (waardoor uw AOW lager wordt)? Dan kunt u zelf aangeven dat er jaren zijn geweest dat u niet verzekerd bent geweest. De planner rekent dan het bedrag uit. De Sociale Verzekeringsbank (die de AOW regelt) berekent op uw AOW-leeftijd de precieze hoogte van uw AOW.

U kunt daarnaast ook kijken op www.mijnpensioenoverzicht.nl. Op deze website staan uw gegevens ook bij elkaar. Dit overzicht is minder gedetailleerd dan het overzicht in Infodesk.

Eén van de belangrijkste taken van BPF Schilders is om uw pensioen juist te administreren. En u hierover goed te informeren. Toch kan het, ondanks alle inspanningen, voorkomen dat er onjuistheden in de administratie ontstaan. En dat uw pensioen te hoog of te laag is vastgesteld. We moeten dan een herziening doen en de hoogte van uw pensioen aanpassen. In het herzieningenbeleid leest u meer over het beleid rondom herzieningen.

De scenariobedragen geven u een goed beeld van wat tijd en de economie met uw pensioen doen. Bent u gepensioneerd? Dan geeft het middelste bedrag aan of het pensioen dat u over 10 jaar kunt verwachten genoeg is om van rond te komen. Bouwt u nog pensioen op? Dan geeft het middelste bedrag aan welk pensioen u kunt verwachten op uw pensioendatum. De andere twee bedragen geven aan hoe uw pensioen zich kan ontwikkelen. Bijvoorbeeld als het mee- of tegenzit met de economie.

Wij berekenen de scenario’s elk jaar opnieuw. Daardoor kunnen deze bedragen elk jaar verschillen. Bij de berekening houden we er ook rekening mee dat geld minder waard wordt en dat prijzen stijgen. Dit noemen we inflatie. Als de prijzen stijgen en uw pensioen niet, kunt u van uw pensioen minder kopen.

De overheid heeft ervoor gekozen om de gevolgen van inflatie op deze manier te laten zien. Bent u gepensioneerd? Dan laat het bedrag in het midden zien hoe hoog uw pensioen over 10 jaar is, als we de huidige lijn volgen. Bouwt u nog pensioen op? Dan laat het bedrag in het midden zien hoe hoog uw pensioen op pensioendatum is, als we de huidige lijn volgen.

Valt het bedrag in het midden lager uit (dat ziet u aan het linker pijltje)? Dan betekent dit dat economen verwachten dat de prijzen gaan stijgen. En dat uw pensioen niet helemaal meegroeit met deze prijsstijgingen. Daardoor daalt uw koopkracht. U krijgt dus niet minder, maar u kunt minder kopen met hetzelfde bedrag.

Bent u gepensioneerd? Met de drie bedragen weet u ongeveer hoeveel u over 10 jaar met uw pensioen kunt kopen. Bouwt u nog pensioen op? Dan weet u met de drie bedragen ongeveer hoeveel u met uw pensioen kunt kopen als u met pensioen gaat.

De bedragen zijn afhankelijk van de financiële situatie van het pensioenfonds en de toekomstscenario’s waarmee we rekenen. Deze toekomstscenario’s veranderen voortdurend. Economen kijken voortdurend anders aan tegen ontwikkelingen die de scenario’s bepalen. Ook kunnen we op deze manier duidelijker laten zien hoe uw pensioen zich over de jaren heen ontwikkelt. Wij rekenen de bedragen minimaal een keer per jaar uit en gebruiken dan de nieuwste informatie. 

Bij de drie mogelijke uitkomsten houden we ook rekening met de inflatie. Als er sprake is van inflatie stijgen de prijzen van producten en diensten. Nadat de prijzen zijn gestegen, kunt u met hetzelfde bedrag minder kopen.

Een voorbeeld: Stel dat u over 10 jaar 100 euro pensioen krijgt. En de prijs van een brood stijgt van 1,50 euro nu naar 2 euro. Dan kunt u met deze 100 euro over 10 jaar minder brood kopen dan nu. In het plaatje ziet u bedragen waarin mogelijke prijsstijgingen - van allerlei producten en diensten - zijn verwerkt.

De overheid wil u op deze manier een beeld geven van hoeveel u met uw pensioen kunt kopen. Het ‘te verwachte pensioen’ is een schatting van het pensioen dat u gaat ontvangen. In de meeste gevallen zal het verschil tussen beide bedragen niet zo groot zijn. Is het verschil wel groot? Dan verwachten economen dat u straks flink minder kunt kopen met uw pensioen dan nu.

In uw geval is het pensioen dat u kunt verwachten (het middelste bedrag) al vrij duidelijk. Toch kunnen we in de laatste paar jaar voor u AOW ontvangt te maken krijgen met flinke tegenvallers. We moeten de pensioenen misschien zelfs verlagen. U heeft dan weinig tijd om deze tegenvallers weer op te vangen met ‘goede jaren’.

Een veel jonger iemand heeft een grotere kans om ook nog goede jaren mee te maken. U heeft het grootste gedeelte van uw pensioen al opgebouwd. Moeten we de pensioenen verlagen met bijvoorbeeld 2%. Dan gaat het bij u om een veel hoger bedrag dan bij een jonger iemand die minder pensioen opbouwde. 

Als u gepensioneerd bent, willen wij u inzicht geven in hoe zeker uw pensioen over 10 jaar is. En hoe die zich verhoudt tot uw inkomen van nu (pensioen en AOW).